Art. 8. Indien de werkgever kan aantonen dat hij geen vervanger vindt zoals de reglementering inzake de loopbaanonderbreking het voorschrijft, kan hij de uitoefening van het recht op halftijdse loopbaanonderbreking in overleg met de vakbondsafvaardiging uitstellen met een periode van maximum drie maanden.
Art. 8. Si l'employeur peut démontrer qu'il ne trouve pas de remplaçant comme le prévoit la réglementation concernant l'interruption de carrière, il peut reporter en concertation avec la délégation syndicale l'exercice du droit à l'interruption de carrière à mi-temps d'une période de maximum trois mois.