A. overwegende dat in de mededeling van de Commissie (COM(1998) 155 ) betreffende het vierde verslag van de Permanente werkgroep voor de
veiligheid van het vervoer van radioactieve materialen in de Europese U
nie (november 1997) expliciet wordt verklaard dat "de risico's verbonden aan het vervoer van radioactieve materialen gering zijn en de consequenties ervan be
perkt zijn” dat "er geen aanwijzingen bestaan dat de vigerende regels
...[+++] ontoereikend zouden zijn” en dat "het publiek zodanig moet worden geïnformeerd dat het een betere perceptie krijgt van de veiligheid van de transporten”,A. considérant que la communication de la Commission (COM(1998) 155 ) concernant le quatrième rapport du groupe de travail permanent pour la sûreté du transport de matières radioactives de l'Union européenne (novembre 1997) stipule notamment que "les risques liés au transport de matières radioactives sont faibles et de conséquences limitées”; que "rien n'indique que les règles en vigueur sont insuffisantes”; et qu'il faut "informer le public de manière à améliorer la perception de la sûreté des transports”,