Dat verantwoordt — naar analogie van wat in andere bepalingen van de Grondwet (bijvoorbeeld in artikel 129, § 2) staat — het feit dat de regels ter zake het gezamenlijke optreden vergen van de grondwetgevende macht, de wetgevende macht en, vervolgens van de wetgevende macht die beslist met een gekwalificeerde meerderheid.
C'est ce qui justifie — par analogie avec ce que prévoient d'autres dispositions de la Constitution (par exemple, l'article 129, § 2) — que les règles en la matière appellent l'intervention conjuguée du pouvoir constituant, du pouvoir législatif et, subséquemment, du pouvoir législatif statuant à une majorité qualifiée.