“Art. 8. § 1. Eenieder die, anders dan in de uitoefening van een economische activiteit, een goed bedoeld in artikel 1, § 9, 1°, hee
ft opgericht, heeft laten oprichten of heeft verkregen met voldoening van de belasting, en het uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming van dat goed, onder bezwarende titel vervreemdt, heeft
ten aanzien van de vervreemding van dit goed en het bijhorende terrein de hoedanigheid van belastingplichtige, wanneer hij op de door
...[+++]de Koning te bepalen wijze kennis heeft gegeven van zijn bedoeling de vervreemding te doen met voldoening van de belasting.
“ Art. 8. § 1er. La personne qui, autrement que dans l’exercice d’une activité économique, a construit, fait construire ou acquis avec application de la taxe, un bien visé а l’article 1er, § 9, 1°, qu’elle cède а titre onéreux, au plus tard le 31 décembre de la deuxième année qui suit celle au cours de laquelle a lieu la première occupation ou la première utilisation de ce bien, a pour la cession de ce bien et du sol y attenant, la qualité d’assujetti lorsqu’elle a manifesté, dans la forme et de la manière déterminées par le Roi, l’intention de les céder avec application de la taxe.