2. onderstreept dat traditionele wetgevingsinstrumenten de gebruikelijke methode moeten blijven om de in de verdragen vastgelegde beleidsdoelstellingen te verwezenlijken; meent echter dat het gebruik van alternatieve regelgevingsmethoden, zoals coregulering, een nuttige aanvulling op wetgevingsmaatregelen kunnen vormen wanneer zij leiden tot gelijke of ruimere verbeteringen dan via wetgeving kunnen worden bereikt; onderstreept dat elk gebruik van alternatieve regelgevingsmethoden in overeenstemming moet zijn met het Interinstitutioneel akkoord "Beter wetgeven";
2. souligne que les instruments législatifs traditionnels doivent continuer à être normalement utilisés pour atteindre les objectifs politiques fixés par les traités; estime toutefois que l'utilisation de modes de régulation alternatifs, tels que la corégulation, peut compléter utilement les mesures législatives, lorsque ces méthodes apportent des améliorations d'une portée équivalente ou supérieure à ce que la législation permet de réaliser; souligne que toute utilisation d'autres modes de régulation doit s'effectuer en conformité avec l'accord interinstitutionnel "Mieux légiférer";