Een vordering om te doen vaststellen dat de gefailleerde heeft opgehouden te betalen op een ander tijdstip dan blijkt uit het vonnis van faillietverklaring of uit een later vonnis, is niet meer ontvankelijk meer dan zes maanden na de datum van het vonnis van faillietverklaring, onverminderd evenwel de rechtsmiddelen die openstaan tegen het vonnis van faillietverklaring zelf.
Aucune demande tendant à faire fixer la cessation de paiement à une époque, autre que celle qui résulte du jugement déclaratif ou d'un jugement ultérieur, n'est recevable plus de six mois après le jugement déclaratif de faillite, sans préjudice toutefois de l'exercice des voies de recours contre le jugement déclaratif de faillite.