De verzoekende partijen verwijten de wetgever niet te hebben gepreciseerd of onder de uitdrukking « en die een ernstige aantasting van de waardigheid van deze persoon ten gevolge heeft » alleen de handelingen dienen te worden begrepen waarvan de betrokken persoon het slachtoffer zou zijn, dan wel of daaronder ook de handelingen dienen te worden begrepen welke die persoon te zijnen aanzien zou toestaan of waarvan hij zelf de steller zou zijn, hetgeen, volgens hen, een bron van onvoorzienbaarheid zou zijn die strijdig is met het wettigheidsbeginsel in strafzaken.
Les parties requérantes font grief au législateur de ne pas avoir précisé si, par l'expression « et qui entraîne une atteinte grave à sa dignité », il faut entendre uniquement les comportements dont la personne concernée serait la victime, ou s'il faut également comprendre les comportements qu'elle autoriserait à son égard ou dont elle serait elle-même l'auteur, ce qui serait, d'après elles, source d'imprévisibilité contraire au principe de légalité en matière pénale.