Verzoeksters roepen in dit verband een miskenning aan door de Commissie van haar bevoegdheid, een schending van het evenredigheidsbeginsel, een schending van het beginsel van gelijke behandeling, een schending van het eigendomsrecht en van de vrijheid om een economische activiteit uit te oefenen en een schending van het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen.
À cet égard, les parties requérantes invoquent une méconnaissance par la Commission de ses compétences et la violation du principe de proportionnalité, du principe de l’égalité de traitement, du droit de propriété et de la liberté d’entreprise, ainsi qu’une violation du principe de la protection de la confiance légitime.