ii) dieren moeten permanent toegang hebben tot weidegrond of tot ruwvoeder, tenzij er een veterinaire contra-indicatie tegen bestaat, hetgeen ter beoordeling is van de bevoegde autoriteiten of de behandelende veearts ;
les animaux bénéficient d'un accès permanent à des pâturages ou à des fourrages grossiers, à moins qu'il n'existe des contre-indications d'ordre vétérinaire, ce qui relève de l'appréciation des autorités compétentes ou du vétérinaire traitant ;