Overwegende dat, onverminderd het recht tot vestiging van bijkantoren en het recht tot het vrij verrichten van diensten als bedoeld in artikel 25 van voornoemde Richtlijn 2007/64/EG, artikel 17 van dezelfde de richtlijn toelaat dat de betalingsinstellingen die ressorteren onder het recht van een lidstaat van de EER en op grond van hun nationaal recht in hun land van herkomst betalingsdiensten mogen verrichten, deze werkzaamheden in een andere lidstaat van de EER, waaronder België, mogen aanbieden via agenten waaraan werkzaamheden worden uitbesteed;
Considérant que, sans préjudice du droit d'établissement de succursales et du droit à la liberté de prestation de services visés à l'article 25 de la Directive 2007/64/CE précitée, l'article 17 de cette même directive autorise les établissements de paiement relevant du droit d'un Etat membre de l'EEE, qui sont habilités en vertu de leur droit national à fournir dans leur Etat d'origine des services de paiement, à entamer ces activités dans un autre Etat membre de l'EEE en y recourant à des agents auprès desquels les activités sont externalisées;