De vier resterende amendementen hadden betrekking op de definitie van "seksuele intimidatie", de algemene uitsluiting of beperking van de toegang van vertegenwoordigers van een bepaald geslacht tot een beroep, de voorkoming van discriminatie van ouders van geadopteerde kinderen en de financiering en bevoegdheden van instanties ter bevordering van gelijke behandeling.
Les quatre amendements en suspens concernaient la définition du « harcèlement sexuel », l’exclusion générale ou la restriction d’accès des représentants d’un sexe à une profession, la prévention de la discrimination à l’égard de parents d’enfants adoptés, et le financement et les compétences des organismes pour l’égalité.