De Groep, die in de zomer van 2000 met zijn werkzaamheden is begonnen, heeft vier soorten belemmeringen voor mobiliteit geïdentificeerd, waarmee zowel onderzoekers uit de Europese Unie als onderzoekers uit derde landen worden geconfronteerd, en die de aantrekkelijkheid van de Unie voor onderzoekers zeer nadelig beïnvloeden. De vier categorieën zijn: belemmeringen op het gebied van wet- en regelgeving, sociale en culturele belemmeringen, belemmeringen in verband met de carrière van de onderzoekers en ten slotte belemmeringen van intersectoriële aard.
Le Groupe, qui a commencé ses travaux durant l'été 2000, a identifié quatre types d'obstacles à la mobilité, qui affectent tant les chercheurs de l'Union européenne que ceux des pays tiers, et qui nuisent fortement à l'attractivité de l'Union : il s'agit des obstacles juridiques et réglementaires; des obstacles sociaux et culturels; des obstacles liés à la carrière du chercheur; enfin, des obstacles d'ordre intersectoriel.