Over het algemeen voorziet het wetsontwerp in een omkering van het vigerende beginsel, volgens hetwelk de « machtiging tot verblijf wordt verleend voor een onbepaalde duur, tenzij zij uitdrukkelijk een limiet stelt wegens bijzondere omstandigheden ».
De façon générale, le projet renverse le principe actuel, selon lequel l'autorisation de séjour, est « donnée pour une durée illimitée, à moins qu'elle ne fixe expressément une limite en raison de circonstances particulières ».