De persoon die niet voldoet aan de in artikel 6, c), eerste lid van het decreet van 4 maart 1999 bedoelde nationaliteitsvoorwaarde, kan immers niettemin genieten van de prestaties in zoverre hij kan rechtvaardigen dat hij gedurende een periode van vijf jaar op wettige wijze en ononderbroken in België woonachtig is geweest voordat zijn aanvraag om toelating werd ingediend.
En effet, la personne qui ne répond pas aux conditions de nationalité prévues à l'article 6, c), 1 alinéa du décret du 4 mars 1999, peut néanmoins bénéficier des prestations pour autant qu'elle justifie d'une période de domiciliation régulière et ininterrompue de cinq ans en Belgique, précédant sa demande d'admission.