Elke lidstaat selecteert ten minste één meetstation, plus één station indien hij meer dan een miljoen inwoners heeft, plus het aantal stations dat gelijk is aan zijn geografische oppervlakte in km gedeeld door 60 000 (afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal), plus het aantal stations dat gelijk is aan zijn bevolking gedeeld door vijf miljoen (afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal).
Chaque État membre sélectionne au moins une station de surveillance, plus une station s’il compte plus d’un million d’habitants, plus le nombre de stations égal à sa surface géographique en km divisée par 60 000 (arrondi au nombre entier le plus proche), plus le nombre de stations égal à sa population divisée par cinq millions (arrondi au nombre entier le plus proche).