Om op agromilieu- en dierenwelzijnsgebied voor een betere uitvoering van de regeling voor de nieuwe programmeringsperiode te zorgen, moeten de lidstaten kunnen toestaan dat een op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 aangegane agromilieu- of dierenwelzijnsverbintenis wordt omgezet in een nieuwe verbintenis voor een periode van in de regel vijf tot zeven jaar in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005, mits de nieuwe verbintenis gunstig is voor het milieu of het dierenwelzijn.
Pour faire en sorte d’améliorer la mise en œuvre des mesures relatives à l’action agroenvironnementale et au bien-être animal au cours de la nouvelle période de programmation, il convient que les États membres puissent autoriser la transformation d’engagements relatifs à l’action agroenvironnementale ou au bien-être animal introduits au titre du règlement (CE) no 1257/1999 en de nouveaux engagements d’une durée de cinq à sept ans, en règle générale, au titre du règlement (CE) no 1698/2005, pourvu que ces nouveaux engagements soient bénéfiques pour l’environnement ou pour le bien-être animal.