a) Het buitenlands bewijs (niet EER) dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag tot verlenging moet een erkend document zijn, m.a.w. dat door een van de verdragsluitende partijen werd afgeleverd, conform het dispositief en de Bijlagen van de Verdragen van Genève van 19 september 1949 en van Wenen van 8 november 1968, zoals geldig bekrachtigd, of op basis van een van de bilaterale akkoorden die met België zijn gesloten en die slaan op de wederzijdse erkenning en de omwisseling van de rijbewijzen.
a) Le permis étranger (non EEE) faisant l'objet de la demande de prorogation doit être un permis reconnu, c'est-à-dire délivré par une des parties contractantes en conformité avec le dispositif et les annexes des Conventions de Genève du 19 septembre 1949 et de Vienne du 8 novembre 1968, dûment ratifiées, ou sur base d'un des accords bilatéraux visant la reconnaissance mutuelle et l'échange de permis de conduire passés avec la Belgique.