De participatiegraden van mannen beginnen te dalen vanaf de leeftijd van 50, vaak tamelijk snel. Dit is grotendeels te wijten aan gedwongen ontslagen bij een dalende werkgelegenheid in de industrie, met name in periodes met een groot banenverlies, in combinatie met het gegeven dat het daarna, vooral voor laaggeschoolde mannen, moeilijk is om zelfs bij een opleving weer een baan te vinden.
Les taux de participation des hommes commencent à baisser, souvent assez vite, à partir de l'âge de 50 ans; cela est dû en grande partie conjointement aux licenciements forcés liés aux pertes d'emploi dans l'industrie manufacturière, plus particulièrement en périodes de fortes pertes d'emploi, et à la difficulté, surtout pour les hommes peu qualifiés, de retrouver un emploi, même en cas de reprise conjoncturelle.