In tegenstelling tot wat de Vlaamse Regering beweert, is de prejudiciële vraag ontvankelijk en valt zij onder de bevoegdheid van het Hof : hoewel het juist is dat het voormelde koninklijk besluit van 24 december 1999 de voorwaarden van « economische zelfstandigheid » heeft bepaald, zijn het de in het geding zijnde wetsbepalingen zelf die, door uitdrukkelijk te verwijzen naar die voorwaarden, het in het geding zijnde verschil in behandeling invoeren.
Contrairement à ce qu'affirme le Gouvernement flamand, la question préjudicielle est recevable et relève de la compétence de la Cour : s'il est vrai que l'arrêté royal précité du 24 décembre 1999 a défini les conditions d'« indépendance économique », il reste que ce sont les dispositions législatives en cause elles-mêmes qui, en faisant expressément référence à ces conditions, créent la différence de traitement en cause.