2. a) Uit de gegevens van het netwerk van huisartsenpeilpraktijken blijkt tussen 1994-1996, enerzijds, en tussen 1997-1998, anderzijds, zich een leeftijdsverschuiving voor te doen naar een oudere leeftijdscategorie: in Vlaanderen steeg het percentage bofgevallen bij personen 15 jaar of ouder van 22% naar 30% en in Wallonië van 12% naar 30%, een significante stijging. b) De toename in een oudere bevolking is volledig voorspelbaar, maar slechts van tijdelijke aard.
2. a) Sur base des données du réseau des médecins vigies, de 1994 à 1996, d'une part, et de 1997 à 1998, d'autre part, il apparaît un glissement vers une catégorie d'âge supérieure: le pourcentage de cas d'oreillons chez des personnes de 15 ans ou plus est passé en Flandre de 22 à 30% et en Wallonie de 12 à 30%, soit une augmentation significative. b) L'augmentation observée dans une population plus âgée est totalement prévisible, mais seulement de façon temporaire.