De ontstentenis van enige wil van de Minister om zich zonder verantwoording ter zake een exclusieve bevoegdheid voor te behouden, vloeit trouwens voort uit de bevoegdheden toegekend bij artikel 22, 1°, 3°, 4° en 5°, van de wet, betreffende de bevoegdheden van het Verzekeringscomité.
L'absence de toute volonté du ministre de se réserver sans justification une compétence exclusive en la matière résulte d'ailleurs des compétences reconnues par l'article 22, 1°, 3°, 4° et 5°, de la loi, relatif aux compétences du Comité de l'assurance.