Art. 2. Aan het in artikel 1 neergelegde verbod zijn niet onderworpen de vliegtuigen in moeilijkheden, die welke vluchten met een medische of een humanitaire opdracht uitvoeren, de vluchten voor ordehandhaving en de bijzondere vluchten die ongewone werken of transporten betreffen, en de militaire vluchten, voor zover zij zich houden aan de voorschriften van en gecontroleerd en geleid worden door de luchtverkeersleiding».
Art. 2. Ne sont pas soumis à l'interdiction prévue à l'article 1 , les aéronefs en difficulté, ceux effectuant des vols sanitaires et humanitaires, les vols du maintien de l'ordre et les vols spéciaux accomplissant des travaux et transports inhabituels, les vols militaires, pour autant qu'ils se conforment aux prescriptions du service de contrôle de la circulation aérienne et qu'ils soient suivis et contrôlés par lui».