Art. 6. Bij elke behandeling van voedselproducerende paarden met geneesmiddelen die substanties bevatten die voorkomen op de lijst van substanties die voor de paardachtigen onontbeerlijk zijn en die door de Commissie opgesteld werd in toepassing van artikel 10, lid 3 van de Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG, vult de dierenarts het hoofdstuk IX « medische behandeling » van het paspoort in.
Art. 6. Lors de chaque traitement de chevaux producteurs d'aliments au moyen de médicaments qui contiennent des substances reprises sur une liste de substances qui sont indispensables pour les chevaux, et qui a été établie par la Commission en application de l'article 10, paragraphe 3, de la Directive 2001/82/CE du Parlement européen et du Conseil du 6 novembre 2001 instituant un code communautaire relatif aux médicaments vétérinaires, modifiée par la Directive 2004/28/CE, le vétérinaire complète le chapitre IX « traitements médicamenteux » du passeport.