26. herhaalt de noodzaak van eerbiediging van het soevereiniteitsbeginsel waar het om de voedselvoorziening gaat, omdat elk land de keuzevrijheid moet houden in zijn methoden van voedselvoorziening, in overeenstemming met nationale of regionale collectieve belangen en zonder de markt van andere landen te ontwrichten;
26. rappelle qu'il est nécessaire de respecter le principe de la souveraineté alimentaire, sachant que chaque pays doit avoir le droit de choisir librement ses propres méthodes d'approvisionnement alimentaire, conformément aux intérêts collectifs nationaux ou régionaux, sans perturber les marchés d'autres pays;