In repliek betwist de Commissie deze exceptie en zij baseert zich daarvoor op de uit artikel 233 EG voortvloeiende verplichting om het bestreden arrest uit te voeren alsmede op het feit dat artikel 9, tweede alinea, van bijlage I bij het Statuut van het Hof de mogelijkheid voor een gemeenschapsinstelling om een hogere voorziening in te stellen niet afhankelijk stelt van het bestaan van procesbelang.
La Commission, dans la réplique, conteste cette exception en s’appuyant sur l’obligation d’exécuter l’arrêt attaqué découlant de l’article 233 CE, ainsi que sur le fait que l’article 9, deuxième alinéa, de l’annexe I du statut de la Cour ne soumettrait pas la possibilité pour une institution communautaire d’introduire un pourvoi à l’existence d’un intérêt à agir.