Teneinde te bepalen of de wetgever, zonder de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te schenden, de Koning vermocht ertoe te machtigen een dergel
ijke regeling in te voeren die ertoe strekt, naast de bankdeposito's, de waarde te waarborgen van de aandelen die een natuurlijke persoon, in zijn hoedanigheid van vennoot, bezit in het kapitaal van een erkende coöperatieve vennootschap die actief is in de financiële sector, dient bijgevolg te worden nagegaan of de wetgever, op grond van artikel 2 van de voormelde richtlijn 94/19/EG, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europ
...[+++]ese Unie en met het algemene gelijkheidsbeginsel, in staat was of ertoe was verplicht op zulk een wijze te handelen.Afin de déterminer si le législateur pouvait, sans violer les articles 10 et 11 de la Constitution, habiliter le Roi à instaurer un tel système destiné à garantir, outre les dépôts bancaires, la vale
ur des parts qu'une personne physique, en sa qualité d'associé, détient dans le capital d'une société coopérative agréée active dans le secteur financier, il importe dès lor
s d'examiner si, en vertu de l'article 2 de la directive 94/19/CE précitée, combiné le cas échéant avec les articles 20 et 21 de la Charte des droits fondamentaux de l'
...[+++]Union européenne et le principe général d'égalité, le législateur était en mesure ou était contraint d'agir de la sorte.