Aangezien in hoofde van de belastingplichtige die een tweedehands voertuig weder verkoopt in geen van beide door het geachte lid beoogde gevallen een beperking van het recht op aftrek van BTW geheven bij aankoop van het voertuig heeft plaatsgevonden op grond van artikel 45, § 2, van het Wetboek (hetzij omdat bij aankoop de BTW begrepen in de winstmarge niet aftrekbaar is ingevolge artikel 58, § 4, 5°, van het Wetboek, dat de omzetting is van artikel 323 van de richtlijn 2006/112/EG, hetzij omdat geen BTW verschuldigd was bij aankoop), vindt de administratieve toegeving van de beslissing nr. E.T. 119.650 geen toepassing.
Étant donné que l’article 45, § 2, du Code, qui établit une limitation du droit à déduction de la taxe grevant l’achat d’un véhicule, ne vise pas l’assujetti qui revend un véhicule d’occasion dans les deux situations visées par l’honorable membre (soit parce que, lors de l’achat, la TVA comprise dans la marge bénéficiaire n’était pas déductible conformément à l’article 58, § 4, 5°, du Code, qui est la transposition de l’article 323 de la directive 2006/112/CE, soit parce qu’aucune TVA n’était due lors de l’achat), la tolérance administrative de la décision n° E.T. 119.650 ne saurait trouver à s’appliquer.