Aan het Hof wordt gevraagd of het tweede en het derde lid van het voormelde artikel 89 bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling invoeren tussen, enerzijds, diegene die, overeenkomstig het voormelde artikel 61quater, aan de onderzoeksrechter de opheffing van de inbeslagneming van een voertuig wenst te vragen en, anderzijds, diegene die hem de opheffing van de inbeslagneming van een ander goed wenst te vragen.
Il est demandé à la Cour si les alinéas 2 et 3 de l'article 89 précité sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'ils instaurent une différence de traitement entre, d'une part, celui qui, conformément à l'article 61quater précité, souhaite demander au juge d'instruction la levée de la saisie d'un véhicule et, d'autre part, celui qui souhaite lui demander la levée de la saisie portant sur un autre bien.