Dat dit toen niet voldoende aandacht kreeg, was onder andere te wijten aan het feit dat er op dat moment slechts twee verdragen voorzien waren van een klachtenprocedure, namelijk het Internationaal Verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten (1966) en de Conventie ter uitbanning van vormen van discriminatie op grond van racisme (1965).
Si cette initiative a suscité peu d'intérêt à l'époque, c'est notamment parce que deux conventions seulement prévoyaient une procédure de plainte, à savoir le Pacte international relatif aux droits civils et politiques (1966) et la Convention sur l'élimination de toutes les formes de discrimination raciale (1965).