Pipetteer met behulp van een precisiepipet al naar gelang de gekozen variant (zie methode 2.1) een hoeveelheid van 50, 100 of 200 ml van de verkregen oplossing af en destilleer de ammoniak af op de in methode 2.1 beschreven wijze; breng hierbij in de destillatiekolf een voldoende hoeveelheid natriumhydroxideoplossing (4.4) om een sterke overmaat te verkrijgen.
Prélever, à l'aide d'une pipette de précision, selon la variante choisie (voir méthode 2.1.), une partie aliquote de 50, 100 ou 200 ml de la solution ainsi obtenue. Distiller l'ammoniac selon le mode opératoire décrit dans la méthode 2.1., en ayant soin d'ajouter dans le ballon de distillation une quantité suffisante de solution de NaOH (4.4.) de manière à obtenir un fort excès.