3. De lidstaten schrijven voor dat de afwikkelingsautoriteiten█ onverwijld overeenkomstig artikel 60 de afschrijvings- of omzettingsbevoegdheid moeten uitoefenen met betrekking tot de relevante kapitaalinstrumenten die door een instelling of een entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), zijn uitgegeven, indien een of meer van de volgende omstandigheden van toepassing is of zijn:
3. Les États membres exigent que les autorités de résolution exercent le pouvoir de dépréciation ou de conversion , conformément à l'article 60 et sans retard, en ce qui concerne les instruments de fonds propres pertinents émis par un établissement ou une entité visé à l'article 1 er , paragraphe 1, points b), c) ou d) , lorsqu'une ou plusieurs des conditions suivantes sont remplies: