Het instrument ter controle op de naleving van «een aantal regels uitgevaardigd met betrekking tot de wachtdiensten, de verlofdagen en d
e vergoeding van de geneesheren-specialisten in opleiding» wordt aangebracht door artikel 3, § 2, van bovengenoemd ministerieel besluit van 30 april 1999 dat stelt: «Daarenboven brengt de k
andidaat-specialist jaarlijks een vertrouwelijk verslag uit aan de geneesheer leidend ambtenaar van de directie geneeskundepraktijk betreffende de kwalitatieve en de kwantitatieve aspe
cten van zijn stage ...[+++]volgens het model bepaald door deze administratie.
L'instrument de contrôle du respect des règles relatives aux services de garde, aux jours de congé et à la rémunération des médecins-spécialistes en formation, découle de l'article 3, § 2, de l'arrêté ministériel précité du 30 avril 1999, qui est rédigé comme suit: «En outre, le candidat spécialiste rédige chaque année un rapport confidentiel à l'intention du médecin fonctionnaire en charge de la direction de l'art de guérir concernant les aspects quantitatifs et qualitatifs de son stage et ce suivant le modèle défini par cette administration.