Overwegende dat in artikel 138 E van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is bepaald dat de ombudsman van de Europese Gemeenschap zijn ambt volkomen onafhankelijk uitoefent; dat het Europees Parlement bij Besluit van 9 maart 1994 (5) inzake het Statuut van de Europese ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt, heeft besloten dat de ombudsman wordt bijgestaan door een secretariaat en dat hij voor vraagstukken betreffende zijn personeel gelijkgesteld wordt met de Instellingen in de zin van artikel 1 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen,
considérant que l'article 138 E du traité instituant la Communauté européenne prévoit que le médiateur de l'Union européenne exerce ses fonctions en toute indépendance; que, dans sa décision du 9 mars 1994 (5) concernant le statut et les conditions générales d'exercice des fonctions du médiateur, le Parlement européen a décidé que le médiateur serait assisté d'un secrétariat et que, pour les questions concernant son personnel, il serait assimilé aux institutions au sens de l'article 1er du statut des fonctionnaires des Communautés européennes,