3. In het geval van gedeelde uiteindelijk gerechtigheid deelt de uitbetalende instantie de bevoegde autoriteit van haar lidstaat waar zij gevestigd is of, in het geval van een uitbetalende instantie als bedoeld in artikel 4, lid 2, de lidstaat waar zij haar plaats van werkelijke leiding heeft, mee of het voor elke uiteindelijk gerechtigde gerenseigneerde bedrag het volledige bedrag is dat aan de uiteindelijk gerechtigden gezamenlijk toe te rekenen is, dan wel het feitelijke aandeel dat aan de betrokken uiteindelijk gerechtigde toekomt of een gelijk deel.
3. Dans le cadre de cas d'une propriété effective partagée, l'agent payeur indique à l'autorité compétente de l'État membre dans lequel il est établi ou, dans le cas d'un agent payeur visé à l'article 4, paragraphe 2, indique à l'autorité compétente de l'État membre dans lequel il a son siège de direction effective si le montant communiqué pour chaque bénéficiaire effectif est le montant total qui revient collectivement à l'ensemble des bénéficiaires effectifs, la part réelle revenant au bénéficiaire effectif concerné ou une part égale.