5. De directeur-generaal zorgt ervoor dat het verstrekken van informatie aan het publiek op neutrale en onpartijdige wijze gebeurt en dat de openbaarmaking van die informatie geschiedt met inachtneming van het vertrouwelijke karakter van onderzoeken en in overeenstemming is met de beginselen van dit artikel en van artikel 9, lid 1.
5. Le directeur général veille à ce que toute information communiquée au public le soit de façon neutre et impartiale et que sa divulgation respecte la confidentialité des enquêtes et soit conforme aux principes arrêtés au présent article et à l’article 9, paragraphe 1.