31. wijst erop dat door de Europese instellingen geproduceerde documentatie op verzoek altijd in een toegankelijke versie beschikbaar moet worden gesteld, met name formulieren, die volledig toegankelijk zouden moeten zijn voor blinden en slechtzienden, alsmede voor personen met leermoeilijkheden; benadrukt dat er duidelijke en eenvoudige taal moet worden gebruikt en dat technische taalgebruik zo veel mogelijk vermeden dient te worden;
31. rappelle que les documents produits par les institutions européennes devraient, en toute circonstance, être disponibles, sur demande, dans des formats accessibles, notamment pour ce qui est de formulaires qui devraient être pleinement accessibles aux personnes aveugles ou malvoyantes et aux personnes qui ont des difficultés d'apprentissage; souligne qu'une langue claire et simple doit être utilisée qui évite, dans la mesure du possible, le recours au langage technique;