Het beginsel dat enkel de militairen korte termijn die ten minste een volledige dienstneming hebben gediend, dit wil zeggen ten minste twee jaar, met een rendementsperiode van ten minste één jaar, als volwaardig militair korte termijn (zie artikel 20), aan verplichtingen in de reserve worden onderworpen, heeft overigens voorrang.
Le principe prévaut d'ailleurs de ne soumettre à des obligations dans la réserve que les militaires court terme ayant accompli au moins un engagement complet, c'est-à-dire au moins deux ans, avec une période de rendement d'au moins un an, comme militaire court terme à part entière (voir l'article 20).