Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Arrest
Beschikkend gedeelte van een vonnis
Buitenlands vonnis
Contradictoir vonnis
Contradictorisch vonnis
Door een buitenlandse rechter gewezen vonnis
Gezag van het gewijsde
In het buitenland gewezen vonnis
Op tegenspraak gewezen vonnis
Palliatief
Rechterlijke uitspraak
Tenuitvoerlegging van een arrest
Tenuitvoerlegging van het vonnis
Uitspraak van het Hof
Verzachtend
Verzachtende maatregel
Verzachtende omstandigheid
Vonnis
Vonnis op tegenspraak
Vreemd vonnis
Werking van het vonnis
Wijze van tenuitvoerlegging

Traduction de «vonnis verzachtende » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
verzachtende maatregel | verzachtende/verlichtende/matigende maatregel

mesure d'atténuation


contradictoir vonnis | contradictorisch vonnis | op tegenspraak gewezen vonnis | vonnis op tegenspraak

jugement contradictoire


buitenlands vonnis | door een buitenlandse rechter gewezen vonnis | in het buitenland gewezen vonnis | vreemd vonnis

décision étrangère


tenuitvoerlegging van het vonnis [ gezag van het gewijsde | tenuitvoerlegging van een arrest | werking van het vonnis | wijze van tenuitvoerlegging ]

voie d'exécution [ autorité de la chose jugée | effet du jugement | exécution d'un arrêt | exécution du jugement | mesure d'exécution forcée ]


palliatief | verzachtend

palliatif (s et am) | (traitement) qui agit sur les symptômes (sans agir sur la maladie)




vonnis [ arrest | rechterlijke uitspraak | uitspraak van het Hof ]

jugement [ arrêt | arrêt de la Cour | sentence ]




beschikkend gedeelte van een vonnis

dispositif d'un jugement


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
verjaring van de vordering gerechtelijke politie gerechtelijk onderzoek huiszoeking rechter strafblad forensische geneeskunde magistraat strafprocedure DNA verbeurdverklaring van goederen gerechtskosten openbaar ministerie getuigenverklaring arrestatie rechten van de verdediging bankgeheim strafrechtspraak civiele aansprakelijkheid burgerlijk geding wetboek tenuitvoerlegging van het vonnis verzachtende omstandigheid gerechtelijke expertise rechtsbijstand verschoning telefoon- en briefgeheim voorlopige hechtenis bewijs rechtsmiddel beslag op bezittingen hogere rechtspraak judiciële hervorming strafvervolging niet-beroepsmagistraat

prescription d'action police judiciaire enquête judiciaire perquisition juge casier judiciaire médecine légale magistrat procédure pénale ADN confiscation de biens frais de justice ministère public témoignage arrestation droits de la défense secret bancaire juridiction pénale responsabilité civile action civile code juridique voie d'exécution circonstance atténuante expertise judiciaire aide judiciaire récusation protection des communications détention provisoire preuve voie de recours saisie de biens juridiction supérieure réforme judiciaire action publique magistrat non professionnel


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 16 oktober 2015 in zake Philippe Leysen tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 november 2015, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 23duodecies, §§ 4 en 6, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode (zoals het op 24 december 2012 van kracht was) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het aan de rechtbank, die uitspraak doet in hoger beroep, niet de mogelijkh ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 16 octobre 2015 en cause de Philippe Leysen contre la Région de Bruxelles-Capitale, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 novembre 2015, le Tribunal francophone de première instance de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 23duodecies, §§ 4 et 6, de l'ordonnance du 17 juillet 2003 portant le Code bruxellois du Logement (tel qu'il était en vigueur le 24 décembre 2012) viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permet pas au tribunal, statuant en degré d'appel, d'admettre des circonstan ...[+++]


Het artikel 214 Sv. behoudt echter wel zijn bestaansreden ingeval het Hof een vonnis dient teniet te doen wanneer het in rechte of in feite tot de vaststelling komt dat de feiten, waaromtrent het gevat is, een misdrijf uitmaken strafbaar met een criminele straf, en dat dit misdrijf niet ressorteert onder het artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 of er in geval er in de concrete zaak geen redenen bestaan om verzachtende omstandigheden of een verschoningsgrond aan te nemen.

Toutefois, l'article 214 du C.I. cr. garde sa raison d'être dans le cas de figure où la cour doit annuler un jugement lorsqu'elle constate en droit ou en fait que les faits dont elle a été saisie constituent un délit de nature à mériter une peine criminelle et que ledit délit ne relève pas de l'article 2 de la loi du 4 octobre 1867 ou dans le cas de figure où il n'y a pas lieu d'admettre dans le cas d'espèce des circonstances atténuantes ou une cause d'excuse.


De kwalificaties en de verzwarende (of verzachtende) omstandigheden worden niet geregistreerd door de parketten, maar door de correctionele griffies zodra het vonnis is uitgesproken.

Les qualifications et les circonstances aggravantes (ou atténuantes) ne sont pas enregistrées par les parquets mais par les greffes correctionnels dès que le jugement est pronon.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
4. Schenden de artikelen 85 en 100 van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, daar waar de Strafrechter, die fictieve uitvoer van goederen onderworpen aan accijnzen moet herkennen, geen verzachtende omstandigheden zou toestaan voor de boetes verschuldigd op basis van de wet der douane en accijnzen, terwijl hij anders het vonnis zou kunnen opschorten in toepassing van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie ?

4. Les articles 85 et 100 du Code pénal violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le juge pénal, qui doit reconnaître l'exportation fictive de marchandises soumises à accises, ne pourrait accorder des circonstances atténuantes pour les amendes dues sur la base de la loi relative aux douanes et accises, alors qu'autrement il pourrait suspendre le jugement en application de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation ?


De verwijzende rechter vraagt het Hof of de artikelen 85 en 100 van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, « daar waar de strafrechter, die fictieve uitvoer van goederen onderworpen aan accijnzen moet herkennen, geen verzachtende omstandigheden zou toestaan voor de boetes verschuldigd op basis van de wet der douane en accijnzen, terwijl hij anders het vonnis zou kunnen opschorten in toepassing van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie ».

Le juge a quo demande à la Cour si les articles 85 et 100 du Code pénal violent les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce que le juge pénal, qui doit reconnaître l'exportation fictive de marchandises soumises à accises, ne pourrait accorder des circonstances atténuantes pour les amendes dues sur la base de la loi relative aux douanes et accises, alors qu'autrement il pourrait suspendre le jugement en application de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation ».


4. Schenden de artikelen 85 en 100 van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, daar waar de Strafrechter, die fictieve uitvoer van goederen onderworpen aan accijnzen moet herkennen, geen verzachtende omstandigheden zou toestaan voor de boetes verschuldigd op basis van de Wet der Douane en Accijnzen, terwijl hij anders het vonnis zou kunnen opschorten in toepassing van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie ?

4. Les articles 85 et 100 du Code pénal violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le juge pénal, qui doit reconnaître l'exportation fictive de marchandises soumises à accises, ne pourrait accorder des circonstances atténuantes pour les amendes dues sur la base de la loi relative aux douanes et accises, alors qu'autrement il pourrait suspendre le jugement en application de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation ?


w