Art. 19. Op grond van de hem door de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën voorgelegde verantwoordingsstaten is de Minister van Financiën bevoegd voor de jaarlijkse vaststelling van
de bedragen van de voorlopige en definitieve afrekeningen als bedoeld in artikel 1, 3, § 1, 4, 5, § 1, 6, § 1, 7, § 1, 8, 10, § 1, 11, § 1, 12 en 14, § 1, van dit besluit als ook voor de rekeningnummers en de daarbij horende mededelingen bij betalingen op de rekeningen
van de Gewesten na voorafgaand overleg met de gewe ...[+++]stregeringen.
Art. 19. Sur base des justificatifs qui lui sont présentés par le service compétent du Service Public Fédéral Finances, le Ministre des Finances est compétent pour fixer annuellement les montants des décomptes provisoires et définitifs visés aux articles 1, 3, § 1, 4, 5, § 1, 6, § 1, 7, § 1, 8, 10, § 1, 11, § 1, 12 et 14, § 1 du présent arrêté ainsi que les numéros de compte et les mentions à joindre lors des versements sur les comptes des Régions après concertation préalable avec les gouvernements de région.