De vrijstelling waarop aanspraak gemaakt wordt uit hoofde van de sommen die met toepassing van § 2, eerste lid, werkelijk betaald zijn en van de in het tweede lid bedoelde overdracht wordt uiterlijk toegekend voor het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk dat het belastbaar tijdperk voorafgaat tijdens hetwelk het laatste van de in § 4, eerste lid, 7º en 8º, bedoelde attesten wordt ontvangen.
L'exonération qui est revendiquée en raison des sommes effectivement versées en application du § 2, alinéa 1 , et du report visé à l'alinéa 2 est accordée au plus tard pour l'exercice d'imposition qui se rapporte à la période imposable qui précède celle au cours de laquelle la dernière des attestations visées au § 4, alinéa 1 , 7º et 8º, est reçue.