6. roept de regering van Pakistan op een grondige herziening van de godslasteringswetten en de huidige toepassing daarvan uit te voeren – als vastgelegd in afdelingen 295 en 298 van het strafwetboek – voor vermeende daden van godslastering, vooral gezien de doodstraffen die onlangs zijn opgelegd; spoort de regering aan weerstand te bieden aan de druk van religieuze groeperingen en bepaalde politieke oppositiekrachten om deze wetten te handhaven;
6. invite le gouvernement pakistanais à procéder à une révision exhaustive des lois sur le blasphème et de leur application actuelle, telle que prévue aux sections 295 et 298 du code pénal, en ce qui concerne les allégations d'actes de blasphème, compte tenu en particulier des récentes condamnations à mort; encourage le gouvernement à faire fi des pressions exercées par certains groupes religieux et par certaines forces politiques de l'opposition qui souhaitent maintenir ces lois;