De vermogensvoordelen bedoeld door artikel 42, 3°, (en artikel 43quater) van het Strafwetboek bestaan uit (1) zowel goederen en waarden uit een misdrijf verkregen (primaire vermogensvoordelen), (2) de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld (vervangingsvoordelen) en (3) de inkomsten uit de belegde voordelen.
Les avantages patrimoniaux visés à l’article 42, 3°, (et article 43quater) du Code pénal sont (1) les biens et valeurs obtenus directement de l’infraction (avantages patrimoniaux primaires), (2) les biens et valeurs qui leur ont été substitués (avantages de remplacement) et (3) les revenus de ces avantages investis.