3° wordt voor de verzekeringsondernemingen, vervat in artikel 2, § 1, 6°, van voornoemde wet, die een cumul van de activiteitsgroepen leven en niet-leven uitoefenen, bedoeld in artikel 14, § 2, vierde lid, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, enkel rekening gehouden met de bijdragen in de werkingskosten die zij in het voorgaande jaar verschuldigd waren aan hun prudentiële toezichthouder, voor de activiteitsgroep leven.
3° est, pour les entreprises d'assurances, visés à l'article 2, § 1, 6°, de la loi précitée, qui pratiquent le cumul des groupes d'activités vie et non-vie, visé à l'article 14, § 2, alinéa 4, de la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d'assurances, déterminé en tenant compte seulement des contributions aux frais de fonctionnement dues l'année précédente à leur autorité de contrôle prudentiel pour le groupe d'activités vie.