Met betrekking tot de invoering van ITS houden de verplichtingen van de lidstaten in dat zij toezien op: de verenigbaarheid van ITS-toepassingen en -diensten met voorgaande versies (waar mogelijk) (AM 14), de toepassing van het systeem op alle vervoerswijzen en op de interfaces hiertussen (AM 57), voorkoming van geografische versplintering en gebrek aan continuïteit (AM 15), en het in aanmerking nemen van de morfologische eigenaardigheden van afgelegen gebieden (AM 18).
Les obligations des États membres en ce qui concerne le déploiement des STI devraient couvrir, là où c'est possible, la compatibilité descendante (AM 14), s'appliquer à tous les modes de transport et à toutes les interconnexions entre eux (AM 57) et éviter de créer une fragmentation et une discontinuité géographique (AM 15) avec une disposition spéciale sur les particularités morphologiques (AM 18).