6. erkent dat de toepassing van CCS onmogelijk is zonder de steun van de lidstaten en particuliere in
vesteerders, en dat laatstgenoemden het onvoorwaardelijke en soevereine recht hebben de toepassing ervan
te bevorderen of te voorkomen; merkt op dat bepaalde lidstaten te kennen hebben gegeven dat naar verwachting CCS geen rol zal spelen in hun strategieën om de CO2 -uitstoot te verminderen, maar dat dit de lidstaten die menen dat technologie een effectieve rol kan spelen in hun overgang naar een koolstofarme economie, er niet van moe
...[+++]t weerhouden de nodige investeringen te doen; 6. constate que le déploiement du CSC ne peut avoir lieu sans l'appui d'investisseurs privés et des États membres, et que ces derniers disposent du droit absolu et souverain d'encourager ou d'empêcher son application; observe que le fait que certains États membres aient indiqué qu'ils ne prévoyaient pas que le CSC joue un rôle dans leur stratégie de réduction des émissions ne devrait pas décourager les initiatives de ceux qui considèrent que cette technologie a un véritable rôle à jouer dans leur transition vers une économie à faibles émissions de CO2 ;