8. De lidstaten mogen toestaan dat van het bepaalde in de punten 5 en 7 wordt afgeweken met het oog op verbranding of begraving van gespecificeerd risicomateriaal of van hele karkassen, zonder voorafgaande kleuring, of, in voorkomend geval, zonder verwijdering van het gespecificeerd risicomateriaal onder de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 90/667/EEG omschreven omstandigheden, en met een methode:
8. Les États membres peuvent prévoir des dérogations aux dispositions des points 5 et 7 pour permettre l'incinération ou l'enfouissement des matériels à risque spécifiés ou des cadavres entiers, sans badigeonnage préalable ou, le cas échéant, sans retrait des matériels à risque spécifiés, dans les circonstances définies à l'article 3, paragraphe 2, de la directive 90/667/CEE et selon une méthode: