2. Artikel 3, § 3, machtigt de Koning immers alleen tot het bepalen van de juridische aard van de arbeidsverbintenis" tussen de erkende voogd en de dienst Voo
gdij, te weten, een overeenkomst sui generis waarbij de erkende voogd het vertegenwoordigen van niet-begeleide minderjarigen aanvaardt, overeenkomstig afdeling 5 van
hoofdstuk 6 van de voormelde programmawet, en die bepaalde materiële aspec
ten van die voogdij regelt, onder meer de over ...[+++]name van bepaalde kosten.
2. L'article 3, § 3, n'habilite en effet le Roi qu" 'à fixer la nature juridique de la relation de travail" entre le tuteur agréé et le service des Tutelles, à savoir, un contrat sui generis par lequel le tuteur agréé accepte la représentation de mineurs non accompagnés, conformément à la Section 5 du Chapitre 6 de la loi-programme précitée, et qui règle certains aspects matériels de cette tutelle notamment la prise en charge de certaines dépenses.