Teneinde die doelstelling te bereiken, staat de wet niet toe dat diegenen die zich bevinden in een van de gevallen bepaald bij de artikelen 1 tot 3 en 3bis, §§ 1 en 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 of die het voorwerp zijn geweest va
n een van de in het voormelde artikel 90, § 2, tweede lid, van de wet van 9
juli 1975 bedoelde strafrechtelijke veroordelingen, en die bijgevolg als onbetrouwbaar worden beschouwd voor het uitoefenen van bepaalde commerciële activiteiten, de beroepsactiviteiten die zij regelt, uitoe
...[+++]fenen.
Pour atteindre cet objectif, la loi n'autorise pas l'exercice des activités professionnelles qu'elle règle à ceux qui, se trouvant dans l'un des cas définis par les articles 1 à 3 et 3bis, §§ 1 et 3, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 ou ayant fait l'objet de l'une des condamnations pénales visées à l'article 90, § 2, alinéa 2, de la loi du 9 juillet 1975 précité, sont tenus pour indignes de confiance pour l'exercice de certaines activités commerciales.