In artikel 16, § 3, van de wet is erin voorzien dat voornoemde kamer binnen 15 dagen te rekenen van de indiening van het verzoek uitspraak moet doen na het openbaar ministerie, de aangehouden persoon en zijn raadsman te hebben gehoord.
L'article 16, § 3, de la loi prévoit que la chambre précitée est tenue de se prononcer, dans les quinze jours de l'introduction de la demande, après avoir entendu le ministère public, la personne arrêtée et son conseil.