In afwijking van de bepalingen vervat in bijlage II van het voornoemd koninklijk besluit van 16 juni 1970, kunnen de ambtenaren die overeenkomstig dit besluit ambtshalve benoemd zijn tot de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing (rang 26), bevorderd worden tot de graad van gespecialiseerd hoofdtechnicus der vorsing (rang 28), binnen de perken van de vacante betrekkingen, voorzover zij ten minste negen jaar anciënniteit hebben in de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing.
Par dérogation aux dispositions reprises à l'annexe II de l'arrêté royal précité du 16 juin 1970, les agents qui, conformément au présent arrêté, ont été nommés d'office au grade de technicien spécialisé de la recherche (rang 26) peuvent être promus au grade de chef technicien spécialisé de la recherche (rang 28), dans les limites des emplois vacants, pour autant qu'ils aient au moins neuf ans d'ancienneté dans le grade de technicien spécialisé de la recherche.